(P)op art


Ook al schelen de termen maar 1 letter, de twee kunststromingen ‘op art’ en ‘pop art’ hebben in principe niet veel met elkaar te maken. Voorkom verwarring en begrijp de verschillen.


Op art

Op Art komt van het Engelse woord ‘optical art’ wat optische kunst betekent. De term werd voor het eerst gebruikt in Time in 1964 en de eerste tentoonstelling vond plaats in het Museum of Modern Art in New York in 1965,  onder de titel The responsieve Eye. Het is een stroming in de moderne beeldende kunst wat als doel lijkt te hebben de toeschouwer te foppen doormiddel van  allerlei optische illusies. Kleuren, lijnen en volumes worden op zo’n manier gepresenteerd dat het werk haast lijkt te bewegen. Hierdoor wordt Op Art vaak als verwant gezien met Kinetische Kunst, kunst wat daadwerkelijk beweegt. Maar bij Op Art wordt die beweging alleen maar gesuggereerd. Dit kan op twee manieren plaatsvinden: er zijn werken waarbij de beweging binnen het object wordt gesuggereerd en er zijn werken waarbij het effect van beweging tot stand komt wanneer de toeschouwer zich ten opzichte van het werk verplaatst.

Tot de bekende op-art kunstenaars behoren onder andere Agam, Morellet, Bridget Riley, Soto en Vasarely.

  Richard Anuszkiewicz, 1972
Pop art

Pop art is de naam voor een stroming in de beeldende kunst die haar inspiratie vond in de geïndustrialiseerde massacultuur die opkwam in de jaren vijftig. De naam is in deze tijd bedacht door de Britse criticus Lawrence Alloway en de eerste Pop Art tentoonstelling vond plaats in de Londense Whitechapel Art Gallery in 1956, genaamd This is Tomorrow. De pop art-kunstenaars werkten in een grote verscheidenheid van stijlen en technieken, maar zonder uitzondering altijd figuratief. De thema’s ontleenden deze kunstenaars aan de communicatiemedia, de reclamewereld, eigentijdse leefmilieu, techniek, industrie, de autocultus, etc. Pop Art heeft iets onpersoonlijks en banaal en laat op een chlichématige manier het gezicht van de westerse, geïndustrialiseerde samenleving zien. Om dit uit te drukken werd er gebruikt gemaakt van ‘onpersoonlijke’ mechanische druktechnieken zoals bijvoorbeeld zeefdrukken. Ook werd er gewerkt met rasters en fotografische procédés.

Tot de bekende pop-art kunstenaars behoren onder andere Andy Warhol, Roy Lichtenstein en Richard Hamilton.

  Mel Ramos, Navel Oranje, 2013